DFS-trainer Johann Peters en zijn 'Zak van Verdoemenis' - foto ArnhemSports.nl
februari 24, 2025
Over hars en de ‘Zak van Verdoemenis’

Gek wordt ‘ie er van, de gelouterde vrouwencoach van het Arnhemse DFS. Onderwerp van deze gemoedstoestand: het gebruik van hars. Of beter gezegd, het niet gebruiken van hars. ArnhemSports sprak hem hierover en de diversiteit aan wedstrijdballen kwam ook nog aan bod.

Johann Peters zit al ruim twintig jaar in het trainersvak. Momenteel is hij aan zijn tweede seizoen als hoofdtrainer bezig bij de vrouwenselectie van DFS, maar hij heeft te kennen gegeven dat hij aan het einde van het seizoen vertrekt. Niet dat hars de hoofdreden van zijn vertrek is. Zeker niet, maar het speelt daar wel een rolletje in.

Niet iedere ploeg met hars

Hars? Waar hebben we het over? We hebben het over dat kleverige goedje dat we kennen wanneer het als tranen langs een boomstam naar beneden loopt. Kleverig en dat is nu net de eigenschap waar handballers op zitten te wachten. Dus is de basis daarvan, vermengd met wat water, in ranzige potjes langs menig handbalveld te vinden.

Coach Peters: “Spelers smeren het op hun vingers, waardoor je een fantastische grip op de bal krijgt en er volledige controle over hebt.” OK, so far so good. Maar wat is dan het probleem, want dat is wel duidelijk: voor Johann Peters is het al jaren een bron van ergernis en frustratie. Laat duidelijk zijn: niet het gebruik van hars, want daar is Peters voor honderd procent een voorstander van.

“Het probleem is dat niet iedere ploeg met hars speelt”, legt Peters uit. “Landelijk gezien zijn de teams die uitkomen in de BeneLeague, de Eredivisie, de Eerste divisie en de jongens en meisjes die uitkomen in de Landelijke A-jeugd teams, verplicht om met hars te spelen. Dat heeft de koepelorganisatie Nederlands Handbal Verbond, het NHV, zo bepaald. Ruwweg gaat het dan in totaal om zo’n honderd teams.”

“Maar daaronder is het niet verplicht en wordt het aan de verenigingen over gelaten of zij met of zonder hars willen trainen en spelen”, vervolgt Peters. “En daar zit de crux: wanneer verenigingen daar voor kiezen, zijn zij vervolgens afhankelijk van de gemeente waarin zij gevestigd zijn.”

DFS-speelsters Karlijn Geurds (l) en Sarah Petit leggen de voordelen van hars uit

Gemeenten niet altijd blij met hars

Pardon? De gemeente? Peters: “De gemeente. Zij zijn bijna overal eigenaar en beheerder van de sporthallen waarin gespeeld wordt. En zij zitten nu niet bepaald te wachten op verenigingen die met hars spelen. Want natuurlijk komt die hars ook op de bal en daardoor op de vloer terecht, met als gevolg dat die vloer eveneens kleverig en vies wordt.”

Peters gaat verder: “De gemeente Arnhem, eigenlijk het Sportbedrijf Arnhem, staat het weliswaar toe, maar dat kost DFS op jaarbasis zo’n € 10.000 tot € 13.000 extra voor het schoonmaken van de hal! We trainen tot ‘s avonds tien uur, de volgende morgen zitten er weer scholen in de hal, dus geeft de gemeente aan dat wij de zaal een extra uur moeten huren, zodat zij tussen tien en elf uur de vloer weer schoon kunnen maken.”

Vervelend, maar je kunt in ieder geval met hars spelen, toch? Johann Peters: “Wij wel, ja! Maar aangezien het bij ons in de Hoofdklasse niet verplicht is, zijn er heel wat van onze tegenstanders die dat óf zelf niet willen, óf van hun gemeente niet met hars mogen spelen. En daar zit mijn frustratie! Je traint met hars en dan kom je tegen een ploeg uit die dat niet doet en moeten we met een ‘gewone’ bal spelen!”

Maar is dat dan zo erg? Peters: “Het is een gigantisch verschil! Speel je met hars, dan kleeft die bal als het ware aan je hand. Het is een heel andere techniek, je hoeft minder in de bal te knijpen en hij gaat sneller uit je handen. Dreigen, effect geven, passen, het gaat allemaal veel makkelijker dan wanneer je zonder hars speelt.”

Competitie ongelijkheid

Maar zijn teams die hun thuiswedstrijden zonder hars spelen dan ook niet in het nadeel wanneer ze bij DFS op bezoek komen waar wel met hars gespeeld wordt? Peters: “Nee, dat denk ik niet. Feit is dat je je dan veel makkelijker aanpast dan omgekeerd: train je altijd met hars, dan is het een stuk lastiger om met een gewone bal te spelen.”

Peters spreekt uit ervaring. “Vorig seizoen speelden we acht van de twaalf uitwedstrijden met hars. We draaiden toen uitstekend mee. Dit jaar spelen we drie uitwedstrijden met hars en acht zonder. Als ik dan kijk naar de resultaten, dan hebben we er één gelijk gespeeld en de rest allemaal verloren tegen teams die zonder hars spelen! En begrijp mij goed: ik zeg niet dat onze resultaten daar uitsluitend aan te wijten zijn, absoluut niet, maar het speelt wel degelijk een grote rol.”

Maar is hier dan geen sprake van competitievervalsing? Peters: “Zo zou ik het niet direct willen noemen, maar er is zeker sprake van competitie ongelijkheid. En het heeft nog een ander belangrijk effect, namelijk dat alles wat onder de divisies zit waarin hars verplicht is, als het ware veroordeeld is tot de breedtesport. Je kunt wel gaan bouwen met een team en aspiraties hebben zoals wij dat als DFS hebben, maar Ik zie het binnen mijn eigen team: vorig jaar zijn we een talentvolle speelster kwijt geraakt die naar een club in een hogere divisie is vertrokken. En het is zeer waarschijnlijk dat dit seizoen opnieuw drie jeugdspeelsters weggaan om in een hogere divisie uit te komen waar zaken rond het spelen met hars beter geregeld zijn. Ik ben er dan ook van overtuigd dat wij hierdoor als DFS nooit uit de Hoofdklasse komen.”

Johann Peters - foto ArnhemSports.nl

‘Zak van verdoemenis’

Wie dacht dat de ongelijkheid in het hars gebruik de enige frustratie van coach Peters is, vergist zich. Een tweede frustratie is het gegeven dat iedere thuisclub die niet met hars speelt mag bepalen met welke bal er dan gespeeld gaat worden. En wat blijkt? Behalve het formaat van de bal is er landelijks niets voorgeschreven van wat voor materiaal de speelbal moet zijn. Dat betekent dat ieder team zijn eigen favoriete bal heeft, waarvan het materiaal dus behoorlijk van elkaar kan verschillen. Peters: “Voor ons houdt dat in dat ik een heel net vol ballen heb, die allemaal anders zijn. Afhankelijk van onze tegenstander trainen wij vervolgens met zo’n bal die zij gebruiken; waanzin! Ik noem deze verzameling dan ook altijd de Zak van Verdoemenis.”

Maar zijn er dan geen oplossingen voor deze problemen? Peters: “Het NHV moet hierin actie ondernemen. Bijvoorbeeld door verplicht harsgebruik uit te breiden naar de tweede divisie en Hoofdklasse. Nu leiden we talentvolle jeugd op die bij ons en in de landelijke jeugddivisie gewend zijn om met hars te spelen, maar komen ze bij ons bij de senioren, dan spelen ze de helft van de uitwedstrijden zónder hars. Zo belemmer je de doorstroom van talentvolle jeugd. En wat die verscheidenheid aan ballen betreft? Schrijf landelijk voor dat er met één bepaalde bal gespeeld mag worden. Of wellicht twee, maar bepaal dat van bovenaf. Maar zo gaat het ten koste van het spelplezier en ik moet eerlijk zeggen dat het voor mij ook één van de redenen is om er aan het einde van het seizoen mee te stoppen.”

Reactie NHV

Danny de Ruiter, manager verenigingsservice bij het Nederlands Handbal Verbond, herkent desgevraagd de frustratie rond het gebruik van hars niet zo. De Ruiter: “Er is zeker verschil, dat weten wij ook, maar dat het een ongelijke competitie of de ontwikkeling van regionale eigen talenten negatief zou beïnvloeden, die geluiden horen wij niet. Buiten dat zijn onze mogelijkheden om het gebruik van hars verder uit te breiden beperkt: dat ligt echt bij de gemeenten. En die verscheidenheid aan gewone ballen? Ja, daar zouden we eigenlijk wel wat aan kunnen doen. Ik wist niet dat dat ook speelt. Ik neem het intern mee.”

Klik hier op DFS voor actueel nieuws over de vereniging.