
De schok was groot, eind november 2024. Tristan Tulen, schermer bij de Arnhemse vereniging Scaramouche en twee maanden daarvoor nog de Nederlands vertegenwoordiger op de Olympische Spelen in Parijs, kreeg van koepelorganisatie NOC*NSF te horen dat de schermsport buiten het focusbeleid was gevallen. Met andere woorden, de financiële ondersteuning viel met onmiddellijke ingang weg voor Tulen.
Overigens was schermen niet de enige sport die voor NOC*NSF uit de gratie viel, onder anderen badminton, 5-5 basketball en skateboarden verloren eveneens hun ondersteuning. Door een lagere overheidssubsidie voor topsport voelde technisch directeur André Cats van NOC*NSF zich genoodzaakt keuzes te maken, waarbij het criterium het ‘prestatiepotentieel’ voor Los Angeles 2028 en Brisbane 2032 werd: kan je als bond onvoldoende hard maken dat je daar serieuze medaillekansen hebt, dan vallen daar de budgets weg.
Kosten
Voor topschermer Tristen Tulen, die in Nederland op eenzame hoogte staat, was de keuze van de sportkoepel een dramatisch besluit. Zijn snelle uitschakeling in Parijs was natuurlijk geen opsteker, maar de 33-jarige Arnhemmer had zijn hoop gevestigd op een continuering van de financiële én facilitaire ondersteuning van NOC*NSF. Temeer daar hij zelf al veel geld in zijn sport stak, dat met vijf dagen trainen in de week én de reiskosten om aan toernooien, World Cups en Grand Prix wedstrijden deel te kunnen nemen al aardig in de papieren liep.

Vorm
Inmiddels zijn we een half jaar verder en keerde Tristan Tulen deze week terug uit Colombia, waar hij op de Grand Prix wedstrijd in Bogotá als vijfde eindigde. Tulen: “Na november vorig jaar had ik het moeilijk en twijfelde ik of ik niet met topsport zou moeten stoppen. Maar daar was ik al snel uit: ik wilde doorgaan. Na de Spelen ging het niet zo lekker, voelde ik mij ook niet fit, waardoor ik op de World Cup niet goed presteerde, maar daarna ging het steeds beter. En op dit moment voel ik mij ook echt in vorm.”
Minder rustmomenten
Gevraagd naar wat het voor hem nu betekend heeft dat hij de landelijke financiële ondersteuning heeft moeten missen, geeft Tulen aan dat het hem nu vooral aan tijd om zich volledig op zijn sport te kunnen richten ontbreekt. Tulen: “Ik heb nu veel minder rustmomenten. Ik ben van huis uit fysiotherapeut en werk nu drie dagen in de week van 12.00 tot 18.00 uur. ’s Morgens train ik en dat doe ik iedere dag. Daarnaast moet ik nu ook alles zelf regelen: de reizen naar de toernooien en alles wat daar verder bij komt, maar ook het op zoek gaan naar sponsoren bijvoorbeeld.”
Sponsoren zouden de Arnhemse degenschermer geweldig kunnen helpen in het verlichten van zijn financiële lasten. Tulen: “Ik kom ook uit voor een Franse schermvereniging en zij vergoeden mij als tegenprestatie de reiskosten naar twee tot drie World Cups. Daar ben ik erg blij mee, net zoals ik blij ben met de ondersteuning van de KNAS, de Koninklijke Nederlandse Algemene Schermbond. Zij hebben een aparte stichting opgericht van waaruit zij middelen beschikbaar stellen om bijvoorbeeld op Papendal te kunnen blijven trainen. Maar ik trainde voorheen ook twee dagen per week bij een toptrainer in Leverkusen, maar dat zit er nu niet meer in.”
Vijfde plaats
Dat het in sportief opzicht goed gaat met Tulen bewees hij dus afgelopen weekend op de Grand Prix Bogotá. Als vijfde in een toernooi eindigen waaraan vrijwel alle schermers uit de wereldtop deelnemen, is een fantastische prestatie. Tristan, daar aanwezig met zijn schermende broer Rafaël, die na zijn uitschakeling de coaching van Tristan op zich nam, was dan ook tevreden: “Helaas trof ik in de kwarfinale de Kazachstaan Ruslan Kurbanov en ik heb altijd moeite met zijn onorthodoxe stijl. Hij steekt, maar weert tegelijkertijd af en dat vind ik lastig. Die verloor ik dan ook, maar vijfde van de 189 deelnemers is toch niet gek.”
Behoort een heroverweging van NOC*NSF nog tot de mogelijkheden? Tulen: “Ik hoop het. Ik probeer zoveel mogelijk punten bij elkaar te sprokkelen op de World Cup en Grand Prix wedstrijden en daarmee een goede plaats op de wereldranglijst te realiseren. Maar de lat van NOC*NSF ligt wel erg hoog. Ik denk daar maar niet al te veel over na, want daar word ik somber van.” Volgende station: 23-25 mei Wereldbeker wedstrijden in Saint-Maur (Frankrijk).

Wie Tristan Tulen samen met zijn teamgenoten in actie wil zien, kan op 17 en 18 mei terecht in Sportcentrum Valkenhuizen in Arnhem. Daar organiseert de Arnhemse schermvereniging Scaramouche de Nederlandse Kampioenschappen voor clubteams. Tristan Tulen komt op zondag met zijn teamgenoten Rafaël Tulen en David van Nunen uit op degen, het team wordt wegens een blessure van vaste kracht Ruben Derksen aangevuld met een schermer van schermvereniging Den Bosch. Bij het sabelschermen behoort het Arnhemse vrouwenteam tot de belangrijkste kandidaat voor de titel. Meer informatie op Sport in Arnhem.
