Het lijkt erop dat de KNVB in de zaak rond Vitesse handelt op een wijze die de grenzen van behoorlijk bestuur overschrijdt.
In plaats van zich op te stellen als een objectieve en dienstbare toezichthouder, wekt de KNVB de indruk de club doelbewust te schofferen en te kleineren. Dit getuigt van een houding die eerder past bij een slechte verliezer dan bij een professionele organisatie met een publieke taak en maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Vitesse bevindt zich in een fase van aantoonbaar herstel, waarin constructieve samenwerking met de bond essentieel zou moeten zijn. In plaats daarvan lijkt de KNVB de club te belemmeren in haar inspanningen om orde op zaken te stellen. Een dergelijke opstelling is niet alleen strijdig met het beginsel van fair play waarop het voetbal behoort te rusten, maar roept ook juridische vragen op over de evenredigheid, zorgvuldigheid en motivering van de door de KNVB genomen besluiten.
Vitesse verdient een eerlijke behandeling conform de beginselen van behoorlijk bestuur en het eigen reglementair kader van de KNVB. Het lijkt er echter op dat de bond uit rancune of gezichtsverlies handelt, hetgeen in een rechtsstaat onaanvaardbaar is.
(Deze opinie is oorspronkelijk een bericht op LinkedIn van Willem Drent)