De kogel is nagenoeg door de kerk: het einde van het voortbestaan van Vitesse lijkt nabij. Er is natuurlijk nog een kansje dat donderdag 7 augustus in het door Vitesse aangespannen kort geding het tij alsnog keert (zie de bijdrage van onze Vitesse-columnist Hans Witjes op deze site), maar dat is dan ook wel een heel klein kansje.
De veronderstellingen en beschouwingen buitelen deze dagen over elkaar heen. De ook nu nog gebrekkige communicatie over wat zich nu precies heeft afgespeeld op die vrijdag van het gesprek met de Beroepscommissie helpt niet echt om alle speculaties en geruchten een halt toe te roepen. En er zijn nog zoveel vragen. Welke positie heeft de één dag voor het cruciale gesprek afgetreden algemeen directeur Thimo Braasch nog? Wat was nu precies het verhaal van de naar Zeist afgereisde afvaardiging? Hoe zag die afvaardiging er eigenlijk uit? Zomaar een paar vragen waarop iedereen die bij Vitesse betrokken is graag antwoorden zou willen zien.
Sentimenten
Natuurlijk spelen in dit soort processen emoties en sentimenten een grote rol. Met veel onbegrip voor het besluit van de Beroepscommissie reageren (oud-)spelers, trainers, Vitesse-iconen, burgemeesters, fans, noem maar op, op deze ‘onbegrijpelijke’ actie van de voetbalbond. Maar iedereen die zich goed verdiept heeft in wat er zich de laatste jaren op bestuurlijk niveau bij Vitesse heeft afgespeeld, kan onmogelijk verrast zijn. De goed ingevoerde Voetbal International journalist Tom Knipping zette onlangs in zijn uitstekende artikel ‘Eindspel Vitesse: zo verspeelde club alle krediet in Zeist’ alle gebeurtenissen vanaf de komst van Jordania nog eens uitgebreid en helder op een rij. Al die onthutsende feiten tot je nemend kan je eigenlijk niet verbaasd zijn over de huidige, hopelijk niet definitieve, uitkomst.
Wanbestuur
Nee, je kunt eigenlijk niet boos zijn op de KNVB, alhoewel ook wij een bloedhekel hebben aan een ‘regel-is-regel’- mentaliteit. Waar je wél boos op kunt zijn is de bedroevende wijze waarop de club de laatste jaren bestuurd is. Of beter gezegd: niét bestuurd is. Natuurlijk, het waren moeilijke tijden, de afgelopen jaren. De inval van Rusland in Oekraïne in 2022 was voor iedereen een verrassing. En zeker voor een club die volledig aan de borst ligt van een Rus. Maar juist dan verwacht je capabele sportbestuurders, of ze nu aan de bestuurstafel zitten of in hun hoedanigheid van statutair bestuurder algemeen directeur zijn. Die opstaan in moeilijke tijden en op basis van bestuurlijke ervaring én een lange termijn visie hun club bij de hand nemen en door stormen loodsen. Niets van dit alles.
Karel Aalbers
Het is triest om te constateren dat de al in 2000 afgetreden Karel Aalbers de laatste voorzitter was die wél een visie had en wellicht daardoor nog door vele Vitesse-liefhebbers als zodanig herinnerd wordt. Daarna is de club gedomineerd door uitsluitend op geld beluste eigenaren, een ratjetoe aan schimmige opportunisten, voorbijgangers, investeerders, waandenkers, bluffers en quasi-geïnteresseerden. Eigenaren opereren veelal op afstand, maar helaas heeft dit op de werkvloer van Vitesse geleid tot een trits van zwakke directeuren en een dito toezicht daarop. Een duidelijke strategie noch een herkenbare bestuurlijke lijn waren aanwezig, hetgeen leidde tot verstoorde relaties (GelreDome) en dramatische keuzes bij het zoeken naar nieuwe investeerders.
Regioclub
Dit gebrek aan een heldere strategie voor de club, gecombineerd met zeker na 2022 onzichtbare voorzitters en falend toezicht, maakten dat er een dramatisch gebrek aan regie binnen de club was. En juist een stevige regie was de laatste periode zo broodnodig om aan achterban en vooral KNVB duidelijk te maken dat we nu écht en serieus een andere weg zouden inslaan. De betrokkenheid van de Sterkhouders gaf hoop: gemotiveerde Arnhemse ondernemers, die alleen maar het beste met Vitesse voor konden hebben. Maar ook zij hebben niet kunnen voorkomen dat het bepalen van de zo noodzakelijke bestuurlijke richting wederom achterwege bleef. Ondanks de uitgesproken intentie door het huidige bonte gezelschap van buitenlandse eigenaren dat Vitesse weer terug naar de Arnhemmers moest en Vitesse vooral een regionale club met een regionale binding zou moeten zijn, zat er binnen no-time een Duitse algemeen directeur (die tevens eigenaar is, een gotspe op het gebied van bestuurlijke governance), een Duitse trainer en een Duitse vertegenwoordiger in het Technisch Hart. Clubiconen John van den Brom en Nicky Hofs konden vertrekken, waar overigens ook technisch adviseur Theo Janssen niet voor is gaan liggen. Hoezo regionale club?
Fans en medewerkers
Er is de laatste maanden door de bureaumedewerkers met man en macht gewerkt om de licentie te kunnen behouden, daar zijn wij van overtuigd. Maar het is net als het werken voor een eindexamen: als je té laat begint, wordt het lastig om alles tot in de detail te beheersen. En Vitesse is te laat begonnen met de zaak bestuurlijk echt op orde te krijgen. Wilde je echt een allerlaatste kans op licentiebehoud pakken, dan had er een snoeiharde knip met het verleden gemaakt moeten worden. Een bestuurlijke knip, welteverstaan. Dus eerder en voor iedereen zichtbaar afstand nemen van een algemeen directeur die tevens aandeelhouder is, een stevige en geheel nieuwe Raad van Commissarissen, een drastisch kappen met het bestuurlijk verleden. Nu ben je afhankelijk geworden van wat een rechter in een kort geding over dit alles zal zeggen. En het is te hopen dat dat een rechter is die nadrukkelijk het proportionaliteit beginsel er bij weet te halen: moeten de échte liefhebbers, te weten de Vitesse-medewerkers die zich op de burelen het snot voor de ogen werken om te redden wat er nog te redden valt én natuurlijk de tienduizenden fans, de kurk waarop Vitesse drijft, de dupe worden van bestuurlijk wanbeheer? Niet dus. Dat zou pas het echte drama zijn.